Eindejaarstips: ondernemingen en ondernemers

Welke (fiscale) maatregelen kun je als ondernemer dit jaar nog treffen die voordelig voor je uitpakken? Hoe speel je met je onderneming nu al slim in op wijzigingen die vanaf 2024 gaan gelden?
Naar whitepaper
Renate Ekhart
Renate Ekhart Senior adviseur kwaliteit & vaktechniek
Specialist op het gebied van belastingheffing
Niets is zo veranderlijk als de belastingwetgeving, dat maakt het zo uitdagend. Het raakt ons allemaal, zeker omdat de gevolgen ervan impact hebben op de onderneming en privé, die bij ondernemers communicerende vaten zijn. Het moet een beetje ‘in’ je zitten om het leuk te vinden om de ontwikkelingen te blijven volgen, de gevolgen en kansen in kaart te brengen en die op een begrijpelijke manier te delen. En dat geldt zeker voor mij.
Neem contact op

1. Voorkom verliesverdamping

Beoordeel of jouw verlies in box 1 in de inkomstenbelasting uit het verleden nog tijdig kan worden verrekend. Jouw verlies in box 1 in de inkomstenbelasting kun je verrekenen met positieve inkomsten in box 1 uit de drie voorafgaande jaren en de negen volgende jaren.

Tip! Dreigt jouw verlies uit het verleden verloren te gaan vanwege het verlopen van de termijn? Beoordeel dan of er mogelijkheden zijn om jouw winst dit jaar te verhogen. Je kunt bijvoorbeeld bepaalde uitgaven uitstellen of omzetten eerder realiseren. Een in januari geplande verkoop van een bedrijfsmiddel met boekwinst wordt dan wellicht in december extra aantrekkelijk. Ook kun je de afschrijving van in 2023 geïnvesteerde bedrijfsmiddelen verminderen via de regeling van de willekeurige afschrijving. Neem gerust contact op over de mogelijkheden.

2. Investeer nog in 2023 energiezuinig

De energie-investeringsaftrek, EIA, wordt in 2024 verlaagd van 45,5 naar 40%. Ben je toch al van plan binnenkort energiezuinig te investeren, doe dit dan zo mogelijk nog in 2023. Houd wel rekening met aanverwante effecten, zoals de invloed op de hoogte van jouw winst en de invloed op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.

3. Optimaliseer jouw (kleinschaligheids)investeringsaftrek (KIA)

Als je investeert, heb je in beginsel recht op de investeringsaftrek voor kleinschalige investeringen. Er geldt wel een aantal voorwaarden, waaronder een minimum investeringsbedrag. Dit bedrag is voor 2023 bepaald op € 2.601. De KIA krijg je bovendien alleen voor investeringsgoederen waarop je moet afschrijven. Dit betekent dat het bedrijfsmiddel minstens € 450 moet kosten. Investeer je in 2023 in totaal dus minstens voor € 2.601 aan bedrijfsmiddelen die ieder minstens € 450 kosten, dan heb je recht op de KIA.

Tip! Zit je dit jaar met jouw investeringen net onder de minimumgrens van € 2.601, dan kan het lonen een voorgenomen investering iets te vervroegen, zodat je toch voor de KIA in aanmerking komt. Het kan zomaar 28% KIA opleveren over het totaal aan investeringsverplichtingen.

Rondom de investeringsaftrek zijn er een aantal zaken om rekening mee te houden: het moment van het aangaan van investeringsverplichtingen (opdrachtbevestiging, ondertekening offerte e.d.), in combinatie met de tabel van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.

Het percentage aan aftrek is in 2023 het hoogst als het totaal aan verplichtingen ligt tussen € 2.600 en € 63.716 (namelijk: 28%). Tussen € 63.716 en € 117.991 is de KIA een vast bedrag: € 17.841. Het plannen en – voor zover mogelijk – het spreiden van investeringsverplichtingen loont vaak de moeite. 

Om de investeringsaftrek ook daadwerkelijk in de aangifte 2023 mee te mogen nemen, moet het bedrijfsmiddel in gebruik genomen zijn in 2023 óf er moet voldoende aanbetaald zijn. Anders schuift de aftrek door naar latere jaren. Afhankelijk van de verwachte winsten kan het aantrekkelijk zijn nog in 2023 een aanbetaling te doen. Let daarbij wel op de risico’s, zoals de kans op faillissement van de leverancier.

Let op! Betaal in ieder geval 25% van een nog niet in gebruik genomen investering binnen twaalf maanden na het aangaan van de verplichting tot aankoop van het bedrijfsmiddel. Doe je dit niet, dan komt de hele investeringsaftrek te vervallen (tenzij sprake is van overmacht).

Let op! Soms mag je bedrijfsmiddelen willekeurig afschrijven, zoals sommige bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst staan of investeringen die worden gedaan als starter. Heb je deze nog niet in gebruik genomen, dan kun je toch willekeurig afschrijven over maximaal het bedrag dat je in het jaar van investeren hebt betaald. 

Heb je in de afgelopen vijf jaar (dus in de periode tussen 2019 en 2023) gebruikgemaakt van de investeringsaftrek en verkoop je het bedrijfsmiddel weer of ruil je het in, dan krijg je mogelijk te maken met de desinvesteringsbijtelling, waardoor je een gedeelte van de aftrek weer moet terugbetalen. Houd hier rekening mee en wacht – indien mogelijk – met de desinvestering tot in 2024.

Let op! Niet alle bedrijfsmiddelen komen in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Zo zijn bedrijfsmiddelen met een investeringsbedrag van minder dan € 450 uitgesloten, maar ook uitgesloten zijn bijvoorbeeld goodwill, grond, woonhuizen en personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer. Ook uitgesloten zijn de investeringen die je voor 70% of meer verhuurt.

4. Willekeurig afschrijven in 2023

In 2023 mag je op een aantal nieuwe investeringsgoederen willekeurig afschrijven. Hierdoor kan je de winst in 2023 verlagen, wat een directe belastingbesparing kan opleveren. Anderzijds kan je daardoor de resterende jaren minder afschrijven, zodat je dan meer belasting betaalt. Willekeurig afschrijven hoeft dus niet altijd voordelig te zijn, bijvoorbeeld als winst in 2023 belast wordt tegen een lager tarief dan in de komende jaren.

Dit betekent dat je – rekening houdend met de restwaarde – 50% van het bedrijfsmiddel willekeurig mag afschrijven, dus ook in bijvoorbeeld één jaar; de overige 50% moet je op de normale manier afschrijven. Maar je mag er ook juist voor kiezen om over de helft van het investeringsbedrag – minus restwaarde – minder of helemaal niet af te schrijven, zodat je in de komende jaren meer kunt afschrijven.

Deze tijdelijke regeling voor willekeurig afschrijven geldt alleen voor bedrijfsmiddelen waar je in 2023 in hebt geïnvesteerd of waarvoor je in 2023 voortbrengingskosten hebt gemaakt.

Onderstaande bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking voor willekeurige afschrijving:

  • gebouwen;
  • schepen;
  • vliegtuigen;
  • bromfietsen en motoren;
  • personenauto’s die niet zijn bestemd voor beroepsvervoer, met uitzondering van auto’s zonder CO2-uitstoot;
  • immateriële activa zoals vergunningen en goodwill;
  • dieren;
  • bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk zijn bestemd voor verhuur;
  • voor het openbaar verkeer, openstaande wegen en paden, inclusief bruggen, viaducten, duikers en tunnels;
  • bedrijfsmiddelen die al willekeurig worden afgeschreven op grond van een andere regeling.

5. Profiteer nog van de bedrijfsopvolgingsregeling

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) zijn belangrijke faciliteiten bij het schenken of erven van een (familie)bedrijf. De BOR/DSR kent een forse vrijstelling van te betalen belasting, op voorwaarde dat het bedrijf wordt voortgezet. De BOR wordt vanaf 2025 gewijzigd, maar een onderdeel daarvan wordt echter al per 1 januari 2024 ingevoerd. Dit betreft het aanmerken van verhuurd vastgoed als belegging. In veel gevallen is dat nu ook al zo, maar door deze wijziging zal dit vanaf 2024 per definitie het geval zijn. Deze wijziging geldt overigens ook voor de doorschuifregeling inzake een aanmerkelijk belang.  

Daarnaast zijn een aantal wijzigingen per 2025 en per 2026 aangekondigd voor de BOR en/of DSR. In sommige situaties worden de regelingen aantrekkelijker en soms worden de regelingen juist versoberd. En van de regelingen die in 2026 in werking moeten treden, zijn de exacte voorwaarden nog niet bekend.

Tip! Overweeg jij je bedrijf op korte termijn te schenken en wil je daarbij gebruikmaken van de BOR of DSR, bekijk dan of het – gelet op bovengenoemde wijzigingen – aantrekkelijk is dit nog in 2023 of 2024 te laten plaatsvinden of juist te wachten tot 2025.

6. Beoordeel de hoogte van je winst

Aan het eind van het jaar heb je meer duidelijkheid over je winstpositie. Beoordeel of je winst in lijn ligt met de verwachtingen. Wellicht kom je net in het hoogste tarief. Het kan dan aantrekkelijk zijn om je winst te verlagen door bijvoorbeeld kosten of een geplande investering naar voren te halen. Houd hierbij wel rekening met de invloed die dit heeft op bijvoorbeeld je totale kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en de MKB-winstvrijstelling.

7. Welke beloning voor meewerkende partner

Is je partner niet bij je in loondienst, maar werkt hij of zij wel mee in je onderneming voor de inkomstenbelasting? Dan kan je hiermee fiscaal rekening houden. Je kunt kiezen voor de meewerkaftrek, dit is een percentage van de winst dat afhankelijk is van het aantal meegewerkte uren. Je kunt echter ook kiezen voor de arbeidsbeloning. Dit moet een reëel uurloon zijn voor de verrichte werkzaamheden en dient in een jaar minimaal € 5.000 te bedragen. Je partner wordt hier zelfstandig voor belast. 

Via de arbeidsbeloning kan je voorkomen dat bij je partner heffingskortingen verloren gaan. Bepaalde heffingskortingen kan je partner, als die zelf te weinig inkomen heeft, namelijk niet meer uitbetaald krijgen. Het betreft de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.

Alleen partners die vóór 1 januari 1963 geboren zijn, kunnen de algemene heffingskorting nog wel uitbetaald krijgen, op voorwaarde dat hun partner voldoende belasting betaalt. Door je partner een arbeidsbeloning toe te kennen, kan je partner de heffingskortingen (deels) zelf benutten. 

Let op! De meewerkaftrek heeft geen gevolgen voor het inkomen van je partner. De arbeidsbeloning wel, want je partner wordt hiervoor zelf belast en betaalt hierover ook premies Zvw. Bereken wat voor jou de voordeligste optie is en pas deze toe. Houd hierbij ook rekening met het eventueel verloren gaan van de heffingskortingen. Je mag jaarlijks voor een andere beloningsvorm kiezen als je dat wilt. Zorg wel dat je een eventuele meewerkbeloning schriftelijk vastlegt en ook daadwerkelijk betaalt. Voor de meewerkaftrek is dat niet nodig.

8. Vorm een herinvesteringsreserve (HIR) voor een verkocht bedrijfsmiddel

Heb je een bedrijfsmiddel verkocht en daarbij een boekwinst behaald, dan kan je de belastingheffing over de boekwinst uitstellen door een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen. Voorwaarde is dat je een herinvesteringsvoornemen hebt en ook houdt, en van plan bent te investeren voor minimaal hetzelfde bedrag als de verkoopprijs.

Je kunt de HIR in stand houden gedurende maximaal drie jaar na het jaar waarin je het bedrijfsmiddel hebt verkocht. Investeer je binnen deze termijn in een ander bedrijfsmiddel, dan boek je de HIR af op de aanschafprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel. Investeer je niet tijdig in een ander bedrijfsmiddel, dan valt de HIR aan het einde van het derde jaar in de winst. Het is in veel gevallen voordelig om zo mogelijk een herinvesteringsreserve te vormen. 

Voor het vormen en aanwenden van een HIR gelden enkele voorwaarden. Met name het genoemde herinvesteringsvoornemen is van belang. Dit voornemen moet op de balansdatum bestaan. Je kunt dit aannemelijk maken door bijvoorbeeld offertes op te vragen en advies in te winnen over een vervangend bedrijfsmiddel. Laat je hierover goed informeren en adviseren.

Let op! Het vormen van een herinvesteringsreserve is niet altijd voordelig, met name als in de toekomst over je winst een hoger belastingtarief van toepassing is. Stel bijvoorbeeld dat je verwachte jaarwinst vanaf 2024 belast wordt tegen het toptarief van 49,5% in box 1, terwijl je winst in 2023 belast wordt tegen een lager tarief. En stel dat je de HIR vanaf 2024 in vijf jaar afboekt op een nieuw bedrijfsmiddel, dan schrijf je vanaf 2024 vijf jaar lang minder af en betaal je meer belasting tegen een dan geldend hoger tarief.

De HIR wordt per 2024 in sommige situaties versoepeld. Het kabinet heeft namelijk besloten dat de HIR verruimd wordt bij het staken van een gedeelte van een onderneming ten gevolge van overheidsingrijpen. De maatregel is ingegeven door het overheidsbeleid gericht op de uitkoop van agrariërs, maar is niet alleen tot deze doelgroep beperkt. Door de maatregel kan het in bepaalde gevallen voordelig zijn je bedrijf pas gedeeltelijk te staken in 2024 in plaats van in 2023.

9. Laat je herinvesteringstermijn niet verlopen

Laat de termijn voor in het verleden gevormde herinvesteringsreserves niet verlopen. Een HIR die je in 2020 gevormd hebt, moet je vóór 31 december 2023 benutten. Doe je dat niet, dan valt de HIR vrij en ben je belasting verschuldigd. Investeer daarom op tijd! 

Let op!

  • Er bestaan twee uitzonderingen op de termijn van drie jaar waarbinnen je moet herinvesteren. De eerste is als vanwege de aard van het bedrijfsmiddel meer tijd nodig is. Denk bijvoorbeeld aan de investering in een chemische fabriek waarvoor diverse vergunningen nodig zijn. De tweede uitzondering is van toepassing als er bijzondere omstandigheden zijn waardoor de aankoop is vertraagd. Er moet in dat geval wel op zijn minst een begin van uitvoering met de aankoop zijn gemaakt. Ook zal je de vertragende factoren desgewenst aannemelijk moeten maken.
  • Door de staatssecretaris van Financiën is bekendgemaakt dat de coronacrisis doorgaans als zo’n bijzondere omstandigheid aangemerkt kan worden. Bovendien is toegezegd dat de Belastingdienst hiermee ruimhartig zal omgaan. Heb je de afgelopen jaren een HIR gevormd en heb je een begin van uitvoering gemaakt met herinvesteren, maar is dit vanwege de coronacrisis vertraagd? In de meeste gevallen zal dit dan betekenen dat je, na het derde jaar na vorming van de HIR, deze toch niet aan de winst hoeft toe te voegen. De HIR blijft dan in de boeken gereserveerd totdat verder uitstel van herinvesteren vanwege corona niet meer aannemelijk is en je de HIR op een nieuw bedrijfsmiddel kunt afboeken. Deze soepele opstelling is ook momenteel nog van kracht. Laat bij grote belangen je adviseur het uitstel met de Belastingdienst afstemmen.

10. Profiteer dit jaar nog van de ISDE

Je kunt alleen in 2023 nog gebruikmaken van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Specifiek voor zakelijke gebruikers is in 2023 € 30 miljoen beschikbaar voor kleinschalige windturbines en zonnepanelen. Het aanvragen van de subsidie gaat via de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland.

Deze subsidie geldt tot en met 31 december 2023. De subsidie geldt voor alle rechtspersonen, maar ook voor de maatschap, stichting, vof en cv. De subsidie bedraagt voor kleinschalige windturbines maximaal € 66,- per m2 rotoroppervlak. De subsidie voor zonnepanelen bedraagt voor hen € 125 per kW gezamenlijk piekvermogen.

11. Bijtelling delen met je partner?

Werkt je partner mee in je onderneming en valt je partner in een lagere belastingschijf? Dan kan het voordelig zijn de bijtelling voor de auto te delen met je partner. Je betaalt dan samen wellicht minder belasting. Valt je inkomen in de hoogste schijf (49,5%) en dat van je partner in schijf 1 (36,93% in 2023), dan behaal je een tariefvoordeel.

De gezamenlijk te betalen belasting wordt echter ook beïnvloed door de heffingskortingen. Het toedelen van een deel van de bijtelling aan je partner kan tot hogere, maar ook tot lagere heffingskortingen leiden. De bijtelling verdelen is met name voordelig als je partner een inkomen heeft tot ongeveer € 22.000. Bereken daarom vooraf of een verdeling van de bijtelling het gewenste voordeel oplevert. 

Let op! Een verdeling is fiscaal aanvaardbaar als aannemelijk is dat je partner de auto ook gebruikt voor de werkzaamheden in het bedrijf en privé. De verdeling moet naar rato van het onderlinge gebruik.

12. DAC7: informatieverplichting digitale platformen

Per 1 januari 2023 is DAC7 in werking getreden. Dit is een nieuwe Europese richtlijn die de fiscale transparantie in de digitale economie moet verbeteren. Digitale platformen worden door toepassing van deze richtlijn verplicht om gegevens van hun verkopers te verzamelen en te verstrekken aan de Belastingdienst. In 2024 moeten platformexploitanten voor het eerst rapporteren.

Let op! Van nieuwe verkopers die vanaf 2023 gebruikmaken van je platform moet je direct de gegevens verzamelen met ingang van dit jaar. Deze moet je vervolgens uiterlijk op 31 januari 2024 verstrekken aan de Belastingdienst. Zorg er daarom voor dat je hierop bent voorbereid en niet deze gehele administratie nog in januari 2024 in orde moet brengen.

Voor de verkopers die al voor 2023 geregistreerd stonden bij je platform vangt de gegevensverzameling één jaar later aan, waardoor je – eenmalig – deze gegevens uiterlijk op 31 januari 2025 moet verstrekken aan de Belastingdienst

Heb je nog vragen over de eindejaarstips? Neem gerust contact op.

Disclaimer! Bij de samenstelling van de Eindejaarstips 2023 is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.

 

Whitepaper

De eindejaarstips voor 2023 op een rij

In deze whitepaper vind je concrete fiscale eindejaarstips en kom je te weten wat je te wachten staat in het komende jaar. Daarbij is zoveel mogelijk rekening gehouden met de plannen van het (demissionaire) kabinet voor volgend jaar.