Lijfrenteproducten
Vanaf 2026 geldt voor alle lijfrentevormen dezelfde uiterste startdatum. Een lijfrente moet uiterlijk starten in het jaar waarin jij de AOW-leeftijd plus vijf jaar bereikt. Als een lijfrente vererft, moet de uitkering uiterlijk beginnen op 31 december van het tweede jaar na overlijden. Bij bijzondere omstandigheden, zoals administratieve vertragingen, kan de Belastingdienst de termijn verlengen.
Het gelijktrekken van de startdatum voorkomt verwarring en ongelijke behandeling. Tot nu toe mocht een lijfrenteverzekering nog uitkeren met een jaarbetaling achteraf, waardoor de eerste uitkering pas in het jaar van AOW-leeftijd plus zes jaar plaatsvond. Voor een lijfrenterekening en een lijfrentebeleggingsrecht gold al de grens van AOW-leeftijd plus vijf jaar. Jaarbetaling achteraf is vanaf 2026 niet meer toegestaan.
Wordt een lijfrente niet tijdig uitgekeerd, dan ziet de Belastingdienst dit als afkoop. Dat leidt tot heffing van inkomstenbelasting in één keer over het volledige lijfrenteproduct, vaak tegen het hoogste tarief. Daarbovenop komt 20% revisierente. De totale heffing kan dan oplopen tot 69,5%.
Let op! Heb je een lijfrente bij je eigen bv en ben je de AOW-leeftijd al gepasseerd? Start dan op tijd met de uitkering.