Tariefverlaging
Voor woningen die niet permanent door de eigenaar zelf bewoond worden, dus niet dienen als hoofdverblijf, wordt het huidige tarief van 10,4% vanaf 2026 dus verlaagd naar 8%. Op deze manier wordt het investeren in woningen voor verhuur aantrekkelijker gemaakt. Ook wordt de aanschaf van een tweede woning zoals een vakantiehuis hierdoor voordeliger.
Let op! Het tarief van 10,4% blijft in 2026 gehandhaafd voor de aanschaf van bedrijfspanden en kantoren.
Wijziging definitief
De tariefsverlaging naar 8% is vorig jaar al door de Tweede en Eerste Kamer aanvaard en staat daarmee definitief vast. Alleen een nieuwe wetswijziging zou de tariefsverlaging dus nog ongedaan kunnen maken. Een amendement om het tarief verder te verlagen naar 6% is 23 september verworpen, waardoor de kans groot is dat het bij 8% blijft.
Onbedoeld belastingvoordeel voorkomen
De tariefsverlaging gaat gepaard met een aanvullende bepaling om een onbedoeld belastingvoordeel te voorkomen als een woning binnen zes maanden weer wordt doorverkocht. Om dubbele overdrachtsbelasting te voorkomen, is namelijk bepaald dat de door de verkoper betaalde overdrachtsbelasting in mindering mag worden gebracht.
Dit kan echter te ruim uitpakken, wanneer de koper door een lager tarief minder overdrachtsbelasting hoeft te betalen dan door de verkopende partij betaald is. Daarom is bepaald dat het bedrag aan belasting dat betaald moet worden niet lager kan zijn dan het bedrag dat zonder het tariefverschil betaald had moeten worden. Op deze manier is gegarandeerd dat ook bij tariefverschillen over een eventuele waardestijging overdrachtsbelasting wordt betaald.
Tip! Overweeg je een tweede woning aan te schaffen voor jezelf of voor de verhuur, bijvoorbeeld aan jouw kinderen, dan is het raadzaam na te gaan of wachten tot ná 2025 mogelijk en wenselijk is.
Heb je vragen over de overdrachtsbelasting? Neem gerust contact op.