WZOP
Het wetsvoorstel Vbar introduceert in de Memorie van Toelichting de WZOP-toets, een nieuw beoordelingskader voor arbeidsrelaties. De WZOP-toets verduidelijkt het gezagscriterium bij arbeidsrelaties en bestaat uit drie elementen:
- Werknemer (W): dit element richt zich op signalen van werknemerschap, zoals werkinhoudelijke en organisatorische aansturing door de werkgever. De ‘kernactiviteit’ van de organisatie is uit de beoordeling gehaald om een evenwichtige afweging tussen werknemerschap en zelfstandigheid te maken.
- Zelfstandige (Z): hierbij wordt gekeken naar kenmerken van zelfstandig ondernemerschap, zoals het dragen van eigen risico en verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de werkzaamheden.
- Ondernemerschap (OP): dit element kijkt naar kenmerken van extern ondernemerschap, zoals het hebben van meerdere opdrachtgevers en het zelfstandig werven van opdrachten.
Rechtsvermoeden werknemerschap
Zzp’ers die minder dan € 36 per uur verdienen, kunnen straks stellen dat ze werknemer zijn en de bijbehorende rechten opeisen. Denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan loondoorbetaling bij ziekte, vakantiedagen en ontslagbescherming. Heeft een zzp’er een beroep gedaan op dit rechtsvermoeden, dan verschuift de bewijslast naar de werkgever die moet aantonen dat er toch geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het is dus een weerlegbaar rechtsvermoeden. Het uurtarief wordt elk jaar aangepast aan de stijging van het minimumloon en afgerond op hele euro’s.
Let op! De beoogde invoeringsdatum van de wet is 1 juli 2026. De wet moet nog in de Tweede en Eerste Kamer worden behandeld.
Heb je vragen over de Vbar? Neem gerust contact op.