Btw bij short-stay verhuur: tijdelijke woningverhuur toch belast

De verhuur van onroerend goed is in beginsel vrijgesteld van btw. Toch kent de wet belangrijke uitzonderingen, waaronder de verhuur van verblijfsruimte in het kader van een hotel-, pension-, kamp- of vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijven. Deze uitzondering is ruimer dan op het eerste gezicht lijkt, zo blijkt uit recente rechtspraak.

Van kantoorpand naar short-stay appartementen

Een opvallende zaak speelde bij een bv die een kantoorpand ombouwde tot appartementen. Een deel hiervan werd volledig gemeubileerd en gestoffeerd verhuurd voor periodes van drie tot vijf maanden. De doelgroep bestond uit tijdelijk verblijvende personen, bijvoorbeeld expats, studenten of mensen in een scheiding of tussen twee woningen.

Casper Aerdts
Casper Aerdts Belastingadviseur

Rechtbank: btw wel van toepassing

De Belastingdienst weigerde btw-teruggave over de verbouwingskosten, omdat de verhuur volgens haar btw-vrijgesteld was. De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde echter anders: de verhuur was btw-belast. Doorslaggevend was dat de appartementen volledig waren ingericht voor kortdurend verblijf, inclusief voorzieningen zoals internet, energie en klein onderhoud. Dit maakte de verhuur vergelijkbaar met hoteldiensten.

Hof bevestigt ruime uitleg hotelbegrip

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigde deze uitspraak op 1 juli 2025 (ECLI:NL:GHARL:2025:4111). Het hof wees erop dat het begrip "sectoren met een soortgelijke functie" uit de btw-richtlijn ruim moet worden opgevat. Aangezien de verhuur zich richtte op kort verblijf, waarbij huurders niet zelf verantwoordelijk waren voor inventaris en diensten, ontstond feitelijk concurrentie met het hotelwezen.

Duur van verblijf niet doorslaggevend

Volgens de inspecteur zou een verblijf van drie tot vijf maanden niet als “kort” kwalificeren. Het hof verwierp dat argument en verwees naar het Blasi-arrest van het Hof van Justitie EU, waarin werd geoordeeld dat zelfs een verblijf tot zes maanden nog als kort kan gelden. Ook formele zaken zoals inschrijving in de BRP of een “wonen”-registratie in het BAG deden niet ter zake, bepalend is de aard van de dienstverlening.

Conclusie: btw-belaste dienst, recht op aftrek

De uitkomst: de short-stay verhuur was belast met 9% btw. De bv had dus recht op aftrek van de voorbelasting over de verbouwingskosten. Deze uitspraken bevestigen dat tijdelijke, gemeubileerde verhuur onder voorwaarden niet als reguliere woningverhuur geldt, maar als btw-belaste dienstverlening die vergelijkbaar is met hotelaccommodatie.

Zijn er vragen over btw bij short-stay verhuur? Neem gerust contact op.