Tegenbewijsregeling box 3: Werkelijk rendement doorgeven

Heb je box 3-vermogen en was je werkelijke rendement lager dan het forfaitaire? Dan kun je mogelijk belasting terugkrijgen over 2017-2024. Wat kun je nu al doen? Wij helpen je op weg.

Stappenplan werkelijk rendement box 3

Heb je vermogen in box 3 boven een bepaalde drempel? Dan betaal je daar inkomstenbelasting over. Is jouw werkelijke rendement lager dan het wettelijk vastgestelde rendement? Dan kan deze box 3-belasting mogelijk omlaag door voor de jaren 2017-2024 een beroep te doen op de ‘tegenbewijsregeling box 3’. De tegenbewijsregeling staat nog niet definitief vast, maar je kunt nu al wel voorbereidingen treffen. We geven je praktische tips en aandachtspunten mee.

Helaas kan niet iedereen gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. Je moet namelijk wel tot de doelgroep behoren. We leggen dat uit in het onderstaande stappenplan, onder stap 1.

De Belastingdienst schrijft vanaf juli 2025 iedereen aan die volgens hun systeem tot de doelgroep behoort. Je krijgt voor elk jaar waarin je je werkelijke rendement mag doorgeven een aparte brief over het ‘Formulier Opgaaf Werkelijk Rendement’ (formulier OWR). Die brieven komen waarschijnlijk niet tegelijk. De Belastingdienst werkt dit per jaar af en begint met de meest recente jaren.

Let op! Het formulier is naar verwachting vanaf juli 2025 beschikbaar. In elke brief krijg je een afzonderlijke termijn waarbinnen je het formulier voor dat jaar moet indienen. Binnen deze termijn moet je informatie verzamelen en het formulier invullen. Daarom is het verstandig om nu al te beginnen met voorbereiden.

Let op! Het formulier OWR is een aanvulling op de aangiften die je al hebt gedaan over de jaren 2017 - 2024. Men verwacht dat vanaf aangiftejaar 2025 in de aangifte zelf de mogelijkheid wordt geboden om het werkelijke rendement door te geven. Dit geldt waarschijnlijk tot en met 2027. Het streven is om per 2028 een nieuw box 3-stelsel in te voeren dat gebaseerd is op het werkelijke rendement.

Hoe bereid je je voor op de tegenbewijsregeling box 3? We nemen je mee in onderstaand stappenplan.

  1. Bepaal of en voor welke jaren je in aanmerking komt voor de tegenbewijsregeling
  2. Zet op een rij hoeveel belasting je hebt betaald in box 3
  3. Maak een inschatting van je werkelijke rendement
  4. Verzamel de benodigde informatie
  5. Geef het werkelijk rendement door
  6. Controleer de aangepaste of nieuwe aanslag
Renate Ekhart
Renate Ekhart Senior adviseur kwaliteit & vaktechniek
Specialist op het gebied van belastingheffing
Niets is zo veranderlijk als de belastingwetgeving, dat maakt het zo uitdagend. Het raakt ons allemaal, zeker omdat de gevolgen ervan impact hebben op de onderneming en privé, die bij ondernemers communicerende vaten zijn. Het moet een beetje ‘in’ je zitten om het leuk te vinden om de ontwikkelingen te blijven volgen, de gevolgen en kansen in kaart te brengen en die op een begrijpelijke manier te delen. En dat geldt zeker voor mij.
Neem contact op

Stap 1: Bepaal of en voor welke jaren je in aanmerking komt voor de tegenbewijsregeling

De staatssecretaris heeft per aangiftejaar bepaald wie tot de doelgroep behoort. Hieronder kun je per jaar zien of jij tot de doelgroep hoort en dus gebruik kunt maken van de tegenbewijsregeling. Ook geven we kort aan wat je opties zijn als je niet tot de doelgroep behoort.

Jaren 2021 t/m 2024

Je komt voor deze jaren in aanmerking als je:

  • aangifte hebt gedaan over het betreffende jaar, of

  • een definitieve aanslag hebt ontvangen over dat jaar.

Jaar 2020

Je komt in aanmerking voor 2020 als je:

  • op of ná 12 november 2021 een definitieve aanslag 2020 hebt gekregen, of

  • vóór 12 november 2021 een definitieve aanslag hebt ontvangen én daartegen bezwaar hebt gemaakt (bijvoorbeeld via de massaalbezwaarprocedure).

Let op: In beide gevallen moet je uiterlijk 31 december 2025 een verzoek om ambtshalve vermindering hebben ingediend (als dat nog niet is gebeurd), óf vóór het einde van 2025 het formulier OWR indienen.

Jaren 2017, 2018 en 2019

Je komt voor deze jaren in aanmerking als je:

  • op of ná 12 november 2021 een definitieve aanslag hebt gekregen, of

  • vóór 12 november 2021 een definitieve aanslag hebt ontvangen én daartegen bezwaar hebt gemaakt (bijvoorbeeld via de massaalbezwaarprocedure).

Daarnaast moet je in beide gevallen ook tijdig een verzoek om ambtshalve vermindering hebben ingediend:

  • Voor 2019: uiterlijk 31 december 2024

  • Voor 2018: uiterlijk 31 december 2023

  • Voor 2017: uiterlijk 31 december 2022

Let op: Er is veel kritiek op het feit dat de tegenbewijsregeling vooralsnog alleen geldt voor mensen die tijdig zo’n verzoek hebben gedaan. Voor 2019 heeft de Belastingdienst belastingplichtigen met box 3 daarop gewezen. Maar als je bij 2017 of 2018 hebt meegedaan aan de massaalbezwaarprocedure zonder tijdig verzoek, val je nu buiten de regeling. We moeten het definitieve wetsvoorstel afwachten om te zien of deze ongelijkheid wordt opgelost, of dat je alsnog via een nieuwe procedure je rechten moet veiligstellen.

Andere gevallen

Als jouw definitieve aanslag over 2017 t/m 2020 op 24 december 2021 al onherroepelijk vaststond, heb je toen geen rechtsherstel gekregen in box 3. Of je daar misschien tóch recht op hebt, wordt onderzocht in de zogenoemde massaalbezwaarplusprocedure (MB+-procedure). Je kunt nu nog géén gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. Als de Hoge Raad later besluit dat je toch recht hebt op rechtsherstel, mag je alsnog – op een later moment – een beroep doen op de tegenbewijsregeling.

Stap 2: Zet op een rij hoeveel belasting je hebt betaald in box 3

Behoor je tot de doelgroep voor bepaalde jaren? Pak dan je aangiften inkomstenbelasting erbij van jou en je eventuele fiscale partner. Zet per jaar op een rij hoeveel belasting je volgens de aangifte hebt betaald of moet betalen in box 3. Het is namelijk alleen zinvol om je werkelijke rendement door te geven als je dan minder belasting betaalt.

Stap 3: Maak een inschatting van je werkelijke rendement

Het is vooraf helaas niet precies te voorspellen of je belasting terugkrijgt. De berekening van het werkelijke rendement kan complex zijn, zeker als je vermogen bestaat uit bijvoorbeeld vastgoed of niet-beursgenoteerde aandelen. Maak daarom voor elk relevant jaar een globale inschatting van je werkelijke rendement en de belasting die je daarover zou moeten betalen.

Als blijkt dat je bij werkelijke rendement juist meer belasting zou betalen, hoef je voor dat jaar geen formulier in te vullen. De definitieve aanslag blijft dan gewoon gebaseerd op je aangifte.

Wat valt onder werkelijke rendement?

De tegenbewijsregeling volgt de Hoge Raad die in december 2021 en juni 2024 heeft aangegeven hoe werkelijk rendement berekend moet worden. Je berekent het werkelijk rendement als volgt:

  • Je berekent het werkelijk gerealiseerde én ongerealiseerde rendement over je volledige vermogen. Het gaat dus niet alleen om het rendement op 1 januari, maar over het hele jaar.

  • Eerst kijk je naar het directe rendement. Denk aan rente op bank- en spaartegoeden, dividend op aandelen en huurinkomsten bij vastgoed. Deze informatie vind je meestal op jaaroverzichten en in (huur)overeenkomsten.

  • Vervolgens neem je ook het indirecte rendement mee. Denk aan de waardeverandering van onroerende zaken en effectenportefeuilles. Het gaat hierbij zowel om gerealiseerde waardeveranderingen, bijvoorbeeld door verkopen, als om ongerealiseerde waardeveranderingen gedurende het jaar. Om dit goed te kunnen berekenen, moet je de transacties en waardeontwikkelingen van je vermogen in kaart brengen.

  • Je mag geen kosten aftrekken van het rendement, behalve rente over schulden die tot je box 3-vermogen behoren.

Belangrijk om te weten:

  • Er geldt geen heffingsvrij vermogen.

  • Verliezen uit andere jaren mag je niet verrekenen.

  • Je mag geen rekening houden met inflatie.

  • Alleen de waardevermeerdering die verband houdt met gemaakte kosten ter verbetering of uitbreiding kan – onder voorwaarden – buiten beschouwing blijven. De kosten zelf dus niet.
  • Is je werkelijke rendement negatief? Dan krijg je geen belasting terug. De Hoge Raad heeft bepaald dat de belasting in box 3 nooit lager is dan nul.

Tips:

  • Leg je aangiften met box 3-gegevens van de afgelopen jaren naast elkaar. Zie je stijgende waardes per 1 januari? Dan is het minder waarschijnlijk dat de tegenbewijsregeling voordelig uitpakt, omdat ook ongerealiseerde waardestijgingen meetellen.
  • De berekening kost tijd en je moet veel informatie verzamelen. Overweeg of het voor jou de moeite waard is om erin te duiken.

Voorbeeldschema: berekening werkelijk rendement

Vermogenscategorie

Direct rendement +

+

Indirect rendement (waardeontwikkeling gerealiseerd/ongerealiseerd)+

=

Werkelijk rendement fiscaal

Banktegoeden

 

 

 

 

 

Tweede woning

 

 

 

 

 

Verhuurd vastgoed

 

 

 

 

 

Overige bezittingen

 

 

 

 

 

Schulden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal werkelijk rendement

 

 

 

 

 

Belasting box 3

 

Tarief

 

Vanaf 2024: 36%

2023: 32%

2022: 31%

Tot 2022: 30%

 

 

Het rendement zoals dat voor de tegenbewijsregeling is gedefinieerd, komt op een aantal belangrijke punten mogelijk niet overeen met wat jij wellicht zelf onder werkelijk rendement verstaat. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat je kosten niet in mindering mag brengen of dat je verliezen niet kunt verrekenen. Wil je dit ter discussie stellen bij de Belastingdienst? Neem dan contact op met je adviseur.

Stap 4: Verzamel de benodigde informatie

Voor het invullen van het formulier ‘Opgaaf Werkelijk Rendement’ (OWR) heb je veel gegevens nodig. Hoeveel hangt af van jouw situatie. Denk aan:

Bank- en spaartegoeden:

  • IBAN en naam bank

  • Jaaroverzichten met rente

Vorderingen:

  • Geldleningsovereenkomst

  • Bankafschriften met ontvangen rente

  • Onderbouwing waardeveranderingen

Beleggingen:

  • Jaaroverzicht van instelling/fonds

  • Bruto-inkomsten, waarde per 1 jan / 31 dec

  • Overzicht van aan- en verkopen

VvE-aandeel:

  • Bewijs van jouw aandeel in de rente

Onroerende zaken (geen eigen woning):

  • WOZ-beschikkingen / taxatierapporten

  • Facturen van verbeteringen + onderbouwing waardestijging

  • Aan- of verkoopnota’s

  • Huuropbrengsten + overeenkomsten

Cryptovaluta:

  • Jaaroverzichten met waarden per 1 jan / 31 dec

  • Overzicht van aan- en verkopen

Schulden:

  • Jaaroverzicht met rente

  • Leningsovereenkomst

  • Bankafschriften met betaalde rente

  • Eventuele waardeveranderingen

Let op: Bij de berekening telt het moment van ontvangst, niet het jaar waarop het rendement betrekking heeft. Bijvoorbeeld: rente ontvangen op 1 januari 2023 hoort bij dat jaar, ook als het over 2022 gaat.

Stap 5: Geef het werkelijk rendement door

Je kunt vanaf juli 2025 het formulier OWR invullen via mijn.belastingdienst.nl met je DigiD. Of laat je adviseur het doen via zijn aangiftesoftware. Zorg ervoor dat je alle info compleet hebt; dat scheelt tijd.

Let op: Je hebt een deadline. Die staat in de brief van de Belastingdienst. Wacht niet te lang, het formulier invullen kost tijd en kan pas als je alles compleet hebt.

Stap 6: Controleer de aangepaste of nieuwe aanslag

De Belastingdienst gebruikt je opgave om de definitieve aanslag op te leggen, of een eerdere aanslag te corrigeren. Ben je het niet eens met de manier waarop het werkelijke rendement is berekend? Maak dan op tijd bezwaar. De termijn staat op de aanslag.

Tijdpad

De regels voor het berekenen van het werkelijke rendement staan in het Wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3. De wet is nog niet definitief, maar als alles volgens plan verloopt, treedt hij op 1 juli 2025 in werking. Pas daarna weet je zeker of je daadwerkelijk belasting terugkrijgt.

Let op! Dit bericht is gebaseerd op de wet- en regelgeving zoals die gold op de publicatiedatum en bevat een algemene beschrijving. Onze adviseurs adviseren je graag over de actuele mogelijkheden voor jouw specifieke situatie. Neem gerust contact op.

Wil jij weten wat

te doen met box 3?

De ontwikkelingen rondom box 3 volgen elkaar snel op. Zie je door de bomen het bos niet meer? Wij geven je graag inzicht en denken met je mee over mogelijke oplossingsrichtingen.