Hoe werkt de gebruikelijkloonregeling?
Per 1 januari 2015 is de gebruikelijkloonregeling zodanig gewijzigd dat het de Belastingdienst makkelijker moet maken om het te lage loon van de dga te corrigeren.
Als het gebruikelijk loon lager is dan € 45.000, moet u als dga aannemelijk maken dat het om een zakelijk loon gaat. Is het gebruikelijk loon € 45.000 of hoger, dan moet de Belastingdienst aannemelijk maken dat het loon niet gebruikelijk is.
Uitgangspunt
Het uitgangspunt is dat het loon op minimaal 75% van het loon van een werknemer in de meest vergelijkbare dienstbetrekking moet worden vastgesteld. Vervolgens moet er ook getoetst worden aan het loon van de werknemers binnen de organisatie, het loon moet minimaal net zo hoog zijn.
Als de werknemer van wie de hoogte van het loon getoetst wordt over bijzondere capaciteiten beschikt, mag het loon van de dga ook lager worden vastgesteld. Pas als er op basis van de twee hiervoor genoemde toetsen geen gebruikelijk loon kan worden vastgesteld, moet het minimaal op € 45.000 worden vastgesteld.
Gebruikelijk loon onderbouwen?
De belangrijkste conclusie uit de gepubliceerde documenten is dat de Belastingdienst niet beschikt over een database met informatie om het gebruikelijk loon vast te stellen.
Tip:
Maak een goede vastlegging van salarissen van vergelijkbare beroepen.
Als u op basis van de publieke bronnen vaststelt wat het loon is voor een medewerker in de meest vergelijkbare dienstbetrekking, en uw salaris op minimaal 75% daarvan vaststelt, zal het voor de Belastingdienst lastig zijn om uw salaris te corrigeren.
Daarbij is van belang dat de informatie waarop de vaststelling van het gebruikelijk loon is gebaseerd in de administratie bewaard wordt. Op deze manier zal het risico dat de Belastingdienst bij correcties achteraf een boete oplegt, kleiner worden.