Verschillen NOW 6.0 met eerdere NOW-subsidies
Er zijn echter ook een aantal verschillen ten aanzien van de eerdere NOW-subsidies:
- Als eerste wordt de referentiemaand voor de loonsom oktober 2021.
- De forfaitaire opslag wordt weer 30% zoals in de NOW 1.0 (in de NOW 2.0 – NOW 5.0 was deze 40%).
- De Polisadministratie van UWV is per 1 januari 2022 veranderd.
Let op! De Polisadministratie heeft gevolgen voor de definitie van de loonsom die wordt gebruikt om de hoogte van de NOW-subsidie te bepalen. In de nieuwe situatie bevat de loonsom waarmee gerekend wordt meer posten (zoals vakantietoeslag).
Deze posten worden in tegenstelling tot de berekeningswijze van de eerdere NOW-regelingen bij de loonsom opgeteld. Hierdoor valt de loonsom hoger uit. Een hogere loonsom met een forfaitaire opslag van 40% zou daarmee leiden tot een hogere subsidie.
Verder wordt de referentieomzet-periode berekend door de omzet van 2019 te delen door 4. Door te delen door 4 kan de omzetdaling over de 3 maanden waarop de NOW 6.0 betrekking heeft (januari, februari en maart 2022) goed afgezet worden tegen een vierde deel van de omzet van 2019, het jaar van vóór de coronacrisis.
Starters
Voor starters (gestart na 1 januari 2019, maar uiterlijk op 1 oktober 2021) en in het geval van overnames wordt hiervan afgeweken, conform de NOW 5.0. Zie de tabel hieronder.
Onderneming gestart |
Omzet-periode |
Uiterlijk 1 januari 2019 |
Omzet 1 januari 2019 t/m 31 december 2019 gedeeld door 4 |
Van 2 januari 2019 tot en met 1 februari 2020 |
Omzet vanaf de eerste volledige kalendermaand tot en met 29 februari 2020 gedeeld door het aantal volledige maanden keer 2 |
Van 2 februari 2020 tot en met 1 juli 2021 |
Omzet 1 juli 2021 t/m 31 oktober 2021 gedeeld door 2 |
Van 2 juli 2021 tot en met 1 oktober 2021 |
Omzet vanaf de eerste volledige kalendermaand tot en met 31 oktober 2021 gedeeld door het aantal volledige maanden keer 2 |
Ná 1 oktober 2021 |
Geen recht op NOW |