Ongelijk speelveld
Een ongelijk speelveld kan ontstaan door het niet handhaven van internationale standaarden en het verlenen van oneigenlijke staatssteun. Nederlandse bedrijven moeten zich houden aan de richtlijnen over arbeid, mensenrechten, ketenverantwoordelijkheid, milieu en consumentenbescherming van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
Brexit-akkoord
Dit was ook een belangrijk onderwerp bij de onderhandelingen over het brexit-akkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK). Daarin is uiteindelijk een strikte procedure voor wat betreft transparantie over staatssteun opgenomen. Deze procedure voorziet in de mogelijkheid om sancties en quota in te stellen als partijen zich niet houden aan de gemaakte afspraken.
De reeds gemaakte afspraken over milieu, klimaat en arbeidsrechten worden beschermd met behulp van het non-regressiebeginsel. Dit betekent dat bestaande normen ook in de toekomst blijven gelden en niet mogen verwateren of naar beneden worden bijgesteld.
Voor het VK en de EU komt er een gemeenschappelijke partnerschapsraad die toeziet op de naleving van de afspraken uit het brexit-akkoord. Bij blijvende geschillen kunnen partijen zich richten tot een nog op te richten arbitragepanel.
Overige zaken
Andere zaken die zorgen voor een ongelijk speelveld zijn discriminatie bij de aanbesteding van overheidsopdrachten, hoge exportsubsidies en het stellen van oneerlijke inkoopeisen – die het bijvoorbeeld moeilijk maken om intellectueel eigendom te beschermen.
Douaneprocedures en lokale wet- en regelgeving
Nederland heeft een kwalitatief goed douaneafhandelingssysteem, omdat wij een grote hub zijn voor internationale goederenstromen via de Rotterdamse haven en Schiphol. Dit is echter nog lang niet overal in de wereld zo.
Door de historische relatie van sommige Europese lidstaten met andere landen, en door de invloed van andere economische grootmachten, is er niet overal een gelijk speelveld voor internationale handel op het gebied van douaneprocedures. Soms is ook corruptie een verstorende factor.
Administratieve lasten en oneerlijke concurrentie
Nationale of lokale wet- en regelgeving in derde landen kan een grote belemmering zijn voor Nederlandse handels- en productiebedrijven om zaken te doen. Er kan sprake zijn van onvoorspelbare conformiteitsprogramma’s zoals in Afrika, waardoor Nederlandse bedrijven excessieve administratieve lasten ervaren.
Zo eisen instanties bijvoorbeeld ineens nieuwe gegevens of documenten als voorwaarde voor import; in sommige gevallen zelfs als de lading al onderweg is. Ook zijn er soms onnodige eisen op het gebied van etikettering. Dit zorgt allemaal voor vertragingen in de supply chain en oneerlijke concurrentie.
Toename verstoorde logistieke processen
Naast handelsbelemmeringen zijn ook logistieke belemmeringen tegenwoordig weer structureel een probleem, zo blijkt uit de Corona Export Monitor. Sommige belemmeringen komen voort uit veranderende wet- en regelgeving in verband met corona en brexit.
Andere hebben te maken met markt- en mededingingszaken. De gerapporteerde verstoringen bij het wegvervoer zijn deels verklaarbaar door de reisbeperkingen van de tweede lockdown en de nodige problemen die in december 2020 optraden in de goederenstromen naar het VK.